“Welzalig is de mens die wijsheid vindt, de mens die inzicht verkrijgt.” (Spreuken 3:13)
Wat is wijsheid? Volgens Van Dale is wijsheid verstandig zijn en inzicht hebben en hierdoor door ervaring geleerde, van gezond verstand en van goed overleg getuigende beslissingen kunnen maken. Anderen omschrijven wijsheid ook wel als het kunnen toepassen van je kennis. Anders gezegd, weten wat je hoort te doen en daarbij ook weten hoe je dit het best kunt doen. Zo kan je bijvoorbeeld weten dat je naar de winkel moet gaan, dus een goede kennis hebben van hetgeen je moet doen, maar toch getuigen van een gebrek aan wijsheid door onnodig via een grote omweg er naar toen te rijden. Je hebt dan uiteindelijk je doel bereikt, maar toch was het niet wijs om het zo te doen.
Dit is wat de wereld ‘wijs’ noemt, maar de wijsheid in de Bijbel is van een andere aard. In Spreuken 9:10 lezen we: “Het beginsel van wijsheid is de vreze des HEEREN en de kennis van de heiligen is inzicht.” God omschrijft wijsheid dus nog iets scherper dan we in ons taalgebruik gewoon zijn.
Ware wijsheid begint bij het vrezen van God! Het eerste wat geleerd moet worden om wijs te worden is een nederige houding naar de heilige soevereine God. Wij zullen minder groot van onszelf moeten denken en minder vertrouwen moeten stellen in ons eigen denken. Pas als wij bereid zijn ons denken om te doen vormen (cf. Rom.12:2) kan Gods wijsheid de onze worden. Iemand die God niet vreest is in de ogen van de Heer niet wijs en dus dwaas.
De spreuk gaat zelfs verder door te zeggen dat de kennis van de heiligen, dus degenen die God vrezen, inzicht geeft. Wanneer iemand de Heer heeft leren vrezen, kan de kennis van deze persoon omgevormd worden tot wijsheid. Stel, twee vrienden studeren samen af als kunstenaars. Een van de vrienden komt tot bekering en leert de grootheid van God zien tegenover zijn eigen kleine beperkte en zondige bestaan. Deze jongeman zal voortaan niet meer met dezelfde gedachten zijn kennis en vaardigheden gebruiken, maar deze zien en leren gebruiken om God te dienen en te verheerlijken. Twee vrienden, met dezelfde opleiding, maar toch is de een wijs in Gods ogen, maar de andere dwaas.
J.I. Packer omschrijft het in zijn boek “God leren kennen” als volgt: “Om wijs te zijn in de Bijbelse betekenis van het woord, moeten iemands verstand en inzicht worden ingezet voor het juiste doel. Wijsheid is het vermogen om inzicht te hebben in — en de bereidheid beslissingen te nemen die leiden tot — het beste en hoogste doel, daarbij gebruik makend van de zekerste middelen, om dat doel te bereiken.”
Wijs zijn in Gods ogen betekent dus een goed besef hebben van waar je mee bezig bent. Niet doelloos of gevoelsgericht leven, maar bewust stil staan met hetgeen je bezig bent en wat je hiermee wilt bereiken. Daarnaast moet je ook in staat kunnen zijn om wat je wilt bereiken, af te stemmen op Gods doel. Dat noemt dan weer inzicht. Om te kunnen weten wat Gods doel nu is, of anders gezegd, om te kunnen denken als God, moet je Hem ook kennen. Een kennis van de Bijbel is hierbij dan ook noodzakelijk. Bijbelse wijsheid en inzicht kunnen groeien naarmate je kennis van de Bijbel groeit. Maar, dit is niet alles, wijsheid groeit niet enkel samen met je kennis! Soms kan het zijn dat je van een bepaald iets veel weet, maar er voor de rest niets mee doet. Dan maakt je kennis je enkel nog meer dwaas. Ook je bereidwilligheid om beslissingen te nemen waarvan je weet dat ze helpen om je doel te bereiken hoort bij het pakket. Wijsheid is dus een combinatie van kennen, kunnen en doen. Het is weten wat je hoort te doen, daarbij ook de bereidwilligheid hebben om alles zo af te stemmen dat je dit kunt bereiken en uiteindelijk ook actie ondernemen. Deze combinatie maakt wijs.
Onlangs hadden mijn vrouw en ik besloten om een jonge pup in huis te halen. We hadden hier al geregeld over nagedacht en de voor- en nadelen besproken. Uiteindelijk kwamen we tot de conclusie dat een hond in ons gezin een positieve bijdrage zou leveren aan de doelen die wij als gezin nastreven. We dachten dus dat dit wijs zou zijn. Nadat we de pup in huis hadden, merkten we dat we de positieve bijdrage juist hadden ingeschat. Waar de hond een verrijking kon zijn in ons gezin, werd inderdaad een gat gevuld. Iets wat we echter hadden onderschat waren de andere gevolgen. Door de hond konden we minder tijd steken in andere dingen die we als gezin ooit doelbewust waren gestart. Waar we dankzij de hond langs de ene kant beter de kans kregen om bepaalde doelen na te streven, bracht het ons langs de andere kant verder weg van de koers die we als gezin voeren. We zagen dus dat we door de keuze om een hond te kopen, meer gehinderd werden om onze koers als gezin te varen, dan dat we verrijkt werden. Ons inzicht in dit geheel veranderde. Omdat wijsheid vraagt om “de bereidheid beslissingen te nemen die leiden tot het beste en hoogste doel” moesten we dan ook nagaan wat in dit geval het meest wijs was. Uiteindelijk hebben we gekozen om de korte pijn (want plezierig was het zeker niet), en de hond terug te verkopen. Nu we terugkijken op dit avontuur, zien we hoe verrijkend dit was en hoe de Heer ons weer een stukje heeft laten groeien in wijsheid.