Een slecht gedrag is een uitdaging voor ieder gezin en frustreert vele ouders. Wanneer bovendien de kinderen niet geleerd wordt hoe ze met hun houding moeten omgaan, worden ze geleidelijk aan volwassenen met een slecht gedrag. Een manier om kinderen te helpen om een slecht gedrag te weerstaan is om deze houding apart aan te pakken en het in gedeelten te behandelen.
Kinderen zijn geneigd om voornamelijk in drie gebieden een slecht gedrag te tonen: wanneer ze instructies hebben gekregen, wanneer ze gecorrigeerd werden en wanneer ze een “nee” als antwoord hebben gehad. Een mama had eens een lijstje opgehangen in de keuken waarop ze deze drie gebieden had opgesomd met als titel, “Drie mogelijkheden om een goed gedrag te tonen.”
Neem tijd om met je kinderen over hun gedrag te praten. Bespreek het belang en de voordelen van een goed gedrag. Help je kinderen om deze drie gebieden te bevatten en waarschuw je kinderen ook wanneer een van deze drie gebieden naar voren komt. Moedig je kinderen dan aan om een betere reactie hierop te hebben.
Wanneer een van je kinderen daarna opnieuw een slecht gedrag vertoont, wijs dan niet enkel op het negatieve, maar leer ook wat wel een goede reactie kan zijn. Wanneer een kind instructies krijgt, kan hij bijvoorbeeld op een aangename manier zeggen, “Dat is goed mama”. Na een correctie is het gepast om te zeggen “Het spijt me.” Wanneer een “nee” als antwoord werd gegeven kan je kind bij zichzelf zeggen, “Goed, misschien een andere keer.”
“Een vrolijk hart maakt een gezicht blij, maar door hartenleed wordt een geest neerslachtig” (Spreuken 15:13). Een slecht gedrag is vaak een signaal van een boos hart en het zeuren, rollen van de ogen, sarcasme, voetengestamp of een afkerende blik zijn allemaal pogingen om de ontevredenheid met de situatie te uiten. Vaak ligt trots aan de basis. Maak je kinderen op een vriendelijke en geduldige manier hierop opmerkzaam en leer hun om op een juiste manier te reageren. Richt je daarbij vooral op het hart van het kind en niet louter de uiterlijke vertoningen “want daaruit zijn de uitingen van het leven” (Spreuken 4:23). Let op je eigen bitsheid in dit proces en ga op zoek naar manieren om het probleem in behandelbare stukjes te kappen.