‘Maar wij hebben deze schat in aarden kruiken, opdat de allesovertreffende kracht van God zou zijn en niet uit ons.’ 2Korinthe 4:7
Een christen is een rijk persoon. Iemand die aan niets tekort komt en erop kan vertrouwen dat de Schepper van hemel en aarde hem voorziet in al het nodige (Mattheüs 6:25-26 Daarom zeg Ik u:Wees niet bezorgd over uw leven, over wat u eten en wat u drinken zult; ook niet over uw lichaam, namelijk waarmee u zich kleden zult. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? Kijk naar de vogels in de lucht:zij zaaien niet en maaien niet, en verzamelen niet in schuren; uw hemelse Vader voedt ze evenwel; gaat u ze niet ver te boven?). Daarboven is een christen toegerust met een prachtige, immense bediening: het mogen en kunnen verkondigen van wie God is door Jezus Christus (2Korinthe 5:18 En dit alles is uit God, Die ons met Zichzelf verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening van de verzoening gegeven heeft.) Een christen kan en mag als gezant van Christus namens de Almachtige Schepper spreken (2Korinthe 5:20 Wij zijn dan gezanten namens Christus, alsof God Zelf door ons smeekt. Namens Christus smeken wij:laat u met God verzoenen. Wat een eer! Mocht een of ander prominent figuur of een tv-icoon zulk een privilege aan ons schenken, namelijk dat we in zijn of haar naam mochten spreken en handelen en daarbij alle nodige voorzieningen zouden krijgen, zouden we mogelijk overweldigd worden van blijdschap. Maar, als nu de Koning der koningen en Heere der heren, ons laat weten dat Hij ons tot zulk een gezant heeft verheven en dat we voortaan als medearbeiders van God door het leven gaan (2Co 6:1 En als medearbeiders van God roepen wij u er ook toe op de genade van God niet tevergeefs ontvangen te hebben.), geeft dit niet dadelijk datzelfde gevoel. Waarom niet? ‘k Denk dat we wel allemaal heel goed weten waarom, omdat het verkondigen van Christus, het verspreiden van Gods heerlijkheid als een stinkende en verderfelijke geur wordt ervaren (2Korinthe 2:15-16 Want wij zijn voor God een aangename geur van Christus, onder hen die zalig worden en onder hen die verloren gaan; voor de laatsten een doodsgeur, die leidt tot de dood, maar voor de eersten een levensgeur, die leidt tot het leven.). Een gezant van Christus wordt niet met een grote show onthaald zoals dat bij prominente personen gebruikelijk is. Integendeel zelfs! Daarnaast mogen we wel toegerust zijn met een schat, toch ogen wij niet zo rijkelijk bekleed en hebben wij niet de macht en het aanzien die we zouden verwachten bij een bediening van deze omvang. Dit alles maakt doet ons zwak en kwetsbaar lijken, en dat zijn we ook.
Tegenwoordig wordt er in onze cultuur een grote nadruk gelegd op eigenwaarde, zelfbeeld en het leren liefhebben van jezelf. Ook binnen de christelijke kringen is dat niet anders. Toch is dit net niet de boodschap die de interesse van een christen zou moeten hebben. Wij horen onszelf niet aan te praten dat we waardevol zijn en dat we meer liefde voor onszelf moeten hebben. We hoeven onszelf niet sterker voor te doen dan we in wezen zijn. De kracht van een christen schuilt namelijk in zijn zwakheid! Zo heeft God het bedoeld. Hij heeft een grote schat gelegd… in aarden kruiken. God heeft Zijn woorden en Zijn heerlijkheid gelegd in zwakke en kwetsbare mensen, mensen zonder aanzien.
Een aarden kruik werd in het OT gekenmerkt door zijn kwetsbaarheid (Jesaja 30:14 Ja, Hij zal hem stukbreken als het breken van een pottenbakkerskruik; Hij zal hem verbrijzelen en niet sparen…) en lage waarde (Klaagliederen 4:2 De kostbare kinderen van Sion, eens gewaardeerd als zuiver goud, hoe worden zij nu beschouwd als aarden kruiken, het werk van pottenbakkershanden!). Het is dan vreemd als een christen op zoek zou gaan naar een hoger beeld van zichzelf of een manier om meer aanzien te verkrijgen. Sterker zelfs, het zou Gods bediening in hem gaan hinderen. God stopte namelijk doelbewust Zijn schat in aarden vaten. Hij koos er bewust voor om een grootse bediening te schenken aan zwakke, kwetsbare en haast waardeloze mensen: ‘opdat de allesovertreffende kracht van God zou zijn en niet uit ons.’ (2Korinthe 4:7). Enkel in nederigheid kan Gods kracht zichtbaar worden. Mochten wij denken een bepaalde bekwaamheid, waarde of aanzien te bezitten en daarnij deze schat ontvangen, zouden we over onszelf gaan roemen. We zouden trots en fier worden op hetgeen we verwezenlijken. En dat zou daarmee ook niet getuigen dat ‘de allesovertreffende kracht van God’ is. We zouden Gods heerlijkheid niet weerspiegelen en daarmee ook ons doel hier op aarde missen.
Een voorbeeld hiervan lezen we in 2Korinthe 12:1-10. Hier zien we hoe Paulus een uitzonderlijke openbaring krijgt van God. In tegenwoordige termen zouden we kunnen zeggen dat God iets gaf aan Paulus waarmee hij tal van christelijke evenementen kon doen vollopen, veel spreekmomenten zou krijgen toegewezen en een publieke figuur kon worden met veel invloed. Kortweg, wij zouden hem makkelijk gaan zien als een enorm bruikbaar instrument van God. Zijn openbaring kon hij gaan uitbuiten om aan een zo groot mogelijk publiek het Evangelie bekend te maken. Daar kan toch niemand iets tegen hebben? Of toch?! Gods plan om Zichzelf doorheen Paulus bekend te maken was net iets anders. Hij gaf Paulus enerzijds weliswaar die uitzonderlijke openbaring, maar anderzijds gaf Hij hem daarbij ook ‘een doorn in het vlees.’ Iets dat hem hinderde, dat het hem moeilijk maakte, iets dat hem verzwakte. Hoezeer Paulus deze doorn ook weg wilde hebben, toch wilde God dat hij deze doorn zou blijven hebben. Waarom? Omdat het Paulus ook nederig maakte en deze nederigheid was de voorwaarde om de kracht van Christus te kunnen ontvangen (2Korinthe 12:9 Maar Hij heeft tegen mij gezegd:Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen.). Een predikant verwoordde het eens zo: ’telkens wanneer de Heer een van Zijn dienaren laat groeien in kennis van Hem, neemt Hij eveneens een deel van de trots die nog in het hart leeft weg zodat deze dienaar in nederigheid verder kan wandelen met zijn Heer.’
Gods kracht kan zich enkel openbaren in en door een nederig hart. Waar er trots of arrogantie aanwezig is, openbaart God Zijn kracht niet!
Dit principe zien we geregeld terugkomen in het Oud Testament (OT). Degenen die Gods kracht op de meest wonderlijke wijzen mochten weerspiegelen, waren vaak bijzonder nederige personen. Denk aan mannen als Abraham (‘ik heb het aangedurfd om tot de Heere te spreken, hoewel ik stof en as ben!’ (Genesis 18:27), Mozes (‘Wie ben ik, dat ik naar de farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden?’ (Exodus 3:11), Gideon (‘mijn geslacht is het armste in Manasse en ik ben de jongste in mijn familie.’ (Richteren 6:15) en David (‘David:Is het gering in uw ogen dat ik de schoonzoon van de koning zou worden, terwijl ik een arm en gering man ben?’ (1Samuel 18:23). In het OT was het vanzelfsprekend dat God woonde ‘bij de verbrijzelde en nederige van geest’ (Jesaja 57:15), zag ‘op de ellendige en verslagene van geest’ (Jesaja 66:2) en ‘nabij de gebrokenen van hart’ was (Psalm 34:19). Waar er nederigheid is, is ook de kracht van God! Dit deed Paulus ook zeggen: ‘Daarom heb ik een behagen in zwakheden’ (2Korinthe 12:10) en ‘wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig’ (2Korinthe 12:10), want hij wist dat dit nodig was om ‘de kracht van Christus’ (2Korinthe 12:9) in hem te laten wonen. Denk nu niet dat zwakheid een doel op zichzelf moet gaan vormen, dat we op zoek moeten gaan naar zoveel mogelijk ellende en tegenslagen, dat is niet wat Paulus leerde. We moeten nagaan wat er in ons leven in de weg kan staan om Gods kracht in ons werkzaam te laten zijn. Om ons hart nederig te krijgen en te houden werkt God op verschillende manieren bij de christenen. Denk bijvoorbeeld aan het gebed van Agur, hij bad om niet te veel, maar ook niet te weinig (Spreuken 30:7-9):
‘Twee dingen heb ik van U gevraagd, onthoud ze mij niet, voordat ik sterf: Houd valsheid en leugentaal ver van mij. En:geef mij geen armoede of rijkdom, voorzie mij van het mij toegewezen deel aan brood. Anders zou ik, verzadigd, U verloochenen en zeggen:Wie is de HEERE? of anders zou ik, arm geworden, stelen, en de Naam van mijn God aantasten.’
De eigentijdse verchristelijkte boodschap van het opkrikken van je eigenwaarde en zelfbeeld, iets waar zoveel gelovigen mee bezig zijn en vaak met heel oprechte bedoelingen — om zo effectiever te zijn in Gods Koninkrijk — staats haaks op Gods werkwijze. God wilt net niet dat we op zoek gaan naar de meest comfortabele positie om Hem te dienen. Zijn kracht openbaart zich namelijk in de meest onaangename posities. Niet ik moet groeien, maar Christus in mij moet toenemen (Johannes 3:30 Hij moet meer worden, ik echter minder.) en het gaat niet meer om mezelf, maar om Christus (Galaten 2:20 Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven).
Als christenen hebben we de verantwoordelijkheid om voortdurend op zoek te zijn naar manieren om God te weerspiegelen. Zelf ben ik momenteel vader van vijf kinderen. Enerzijds zou ik me als een enorm gezegend man mogen zien, maar anderzijds neigen mijn gedachten zo nu en dan in de richting van ‘wat als ik geen of minder kinderen had, zou ik dan niet meer tijd kunnen investeren in Gods Koninkrijk?’ Op het eerste zicht zou je hier volmondig ‘ja’ op kunnen antwoorden, maar zoals we eerder zagen, is het niet mijn ’tijd’ waardoor God Zijn kracht wilt openbaren, maar doorheen mijn zwakheid. Met dit voor ogen kan ik intens genieten van de dagelijkse drukte in het gezin en hoef ik me niet te ergeren wanneer ik vroeg in de ochtend met een baby of peuter op schoot zit in de plaats van mijn studiekamer. Dit zijn momenten waarin de Heer in mijn zwakheid en vermoeidheid laat zien dat mijn wandel met Hem en groei naar het beeld van Jezus hier enkel door versterkt worden. Hoezeer ik daarbij ook blijf verlangen naar een wat rustiger gezinsleven, toch moet ik steeds voor ogen blijven houden dat ‘Zijn kracht wordt volbracht in mijn zwakheid’ en dat dit mijn enige doel is als christen — een aarden kruik, God in Christus weerspiegelen.
Soli Deo Gloria