“Niemand is rechtvaardig, ook niet één, er is niemand, die verstandig is, niemand, die God ernstig zoekt; … de weg des vredes kennen zij niet. De vreze Gods staat hun niet voor ogen.” (Rom.3:10,18)
De meerderheid van de mensen leeft in rebellie tegen God. Sommigen ontkennen Zijn bestaan en hebben zichzelf tot God gemaakt (Rom.1:21), anderen hebben Hem verkleind tot een lakei die steeds tot hun dienst staat en dan heb je nog degenen die God tot een schandpaal hebben gemaakt voor al die keren dat er iets gebeurde wat hun niet aanstond. Het eerste wat God aan Zijn kinderen geeft is een helder beeld van Hem en een troebel beeld van zichzelf. Iedereen die God ook maar een klein beetje leert kennen beseft zijn zondigheid. Zondebesef is een geschenk dat de Heer in genade geeft, iets waar we Hem dankbaar voor mogen zijn. Maar anderzijds is het ook een wapen in satans hand waarmee hij Gods kinderen tracht neer te halen.
Sommige Christenen hebben zulk een zwaar besef van zonde dat het hun neerdrukt met het hoofd naar de aarde gericht, ze zien geen uitweg meer en schreeuwen soms uit naar de Heer of Hij hun wilt verlossen uit hun zondige lichaam. Ze erkennen de heiligheid van hun Schepper en zien in dat hun zonde het moeilijk maakt om de vreugde en blijdschap van de Here te ervaren. Ze haten hun eigen vleselijke begeerten en hopen op een snelle wederkomst van Christus om verlost te zijn van het leven onder de zonde. Soms uit zich dit wel eens in een twijfel over hun redding, ze zien zodanig in dat ze niet waard zijn om te leven met de Heer dat ze zichzelf veroordelen tot de eeuwige verdoemenis. En hierin zien we de hand van satan volop aan het werk.
Satan, ook wel de aanklager genoemd (Op.12:10), is er niet enkel op uit om ons aan te klagen voor God maar ook in onze harten en gevoelens. Warren Wiersbe beschrijft dit als volgt:
“Het is belangrijk dat we onderscheid leren maken tussen de aanklachten van de duivel en de veroordelingen van de Geest. Je schuldig en beschaamd voelen is goed, als het van de Geest van God komt. Als we naar de duivel luisteren zal dat alleen tot spijt, berouw en verslagenheid leiden.
Als de Geest van God ons veroordeelt gebruikt Hij in liefde het Woord van God en probeert Hij je terug te brengen bij de Vader. Als de duivel je aanklaagt, gebruikt hij je zonden om je een slecht gevoel te geven. Judas luisterde naar de duivel en verhing zich (Mat.27:3-5). Petrus keek naar Jezus en huilde bittere tranen, maar kwam bij de heer terug (Lc.22:62; Joh.21).
Als je naar de aanklachten van satan luistert (die allemaal waar kunnen zijn) stel je jezelf open voor wanhoop en geestelijke verlamming. ‘Mijn situatie is hopeloos!’ Ik heb meer dan één Christen horen uitroepen ‘Ik ben te ver afgedwaald, de Heer kan me nooit meer thuis ontvangen’. Als je dat hopeloze gevoel hebt, kun je er zeker van zijn dat de duivel je aanklaagt.” (Warren Wiersbe, De duivel ontmaskerd, p.70)
Satan wil dat we gebukt gaan onder een zondebesef, maar niet dat we ons bekeren. Hij wil dat we door de zonde neergedrukt worden met het gezicht naar de aarde, zonder uitweg, in plaats van onze hoop op Christus gericht te houden. Satan wilt dat we ons schuldig voelen terwijl de Vader wil dat we weten dat we vergeven zijn.
In de gemeente van Korinthe was er een van de leden in zonde gevallen. Blijkbaar deed de gemeente niet meer dan lijdzaam toezien terwijl hun broeder steeds meer verstrikt raakte in het net van de zonde. Daarom vermaande Paulus de gemeente en gaf hij hun de opdracht om deze man onder gemeentetucht te plaatsen (1Kor.5). De gemeente gehoorzaamde zijn woorden en legde de man een straf op. In de tweede brief aan Korinthe zien we echter dat satan net deze gehoorzaamheid, deze strijd tegen de zonde, trachtte te gebruiken voor zijn doel wanneer Paulus hun schrijft:
“De straf die hem door de meerderheid van u is opgelegd, is zwaar genoeg geweest; u kunt hem nu maar beter vergeven en bemoedigen, anders verliest hij nog alle hoop. Daarom roep ik u op hem weer in liefde te aanvaarden… We moeten er namelijk voor oppassen dat Satan ons niet gebruikt; zijn plannen kennen we maar al te goed.” (2Kor.2:6-8,11, NBV)
Gods doel met vermaning, tuchtiging en schuldgevoel is steeds verzoening. Hij tracht ons steeds terug tot Hem te brengen door vergeving te schenken. Satans doel met dit alles is depressie, wanhoop en verslagenheid.
Wat is nu onze verdediging tegen deze aanklachten? Waar zit de zegen van een diep zondebesef? Hoe krijg ik mijn naar de aarde gerichte ogen weer omhoog?
Een diep zondebesef…
…richt je naar Christus!
Als je naar de aanklachten van satan luistert, zul je de aandacht op jezelf en je zonden gaan richten en dat leidt alleen maar tot verslagenheid en wanhoop. De grote zegen van een diep zondebesef is net dat het je in staat stelt om al je hoop te vestigen op Hem die de straf op al je zonden heeft gedragen en heeft gezorgd voor verzoening met je Schepper. Let maar eens op waar Paulus’ strijd tegen zijn eigen zonden en gebreken eindigt in Rom.7:
“Ik, ellendig mens! Wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Gode zij dank door Jezus Christus, onze Here!” (Rom.7:24-25)
Richt je ogen dus op Christus wanneer je zondebesef je tracht te overmannen en vind rust bij Hem. Denk aan Zijn laatste woorden aan het kruis wanneer Hij zegt ‘Het is volbracht!’ (Joh.19:30).
Dank de Heer dat je op die manier de waarde mag beseffen van Jezus, jouw Redder. Hoe dieper je jezelf hebt zien ondergaan in de poel van de zonde, hoe groter je liefde en waardering voor Christus kan zijn. Een diep zondebesef is dus een zegen wanneer het je leidt naar Christus.
…houd je nederig!
“Omgordt u allen jegens elkander met nederigheid, want God wederstaat de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade.” (1Pet.5:5)
God haat trots en hoogmoed en duld niet dat ze blijven bestaan (cf. Jes.2:12). Toch is het voor ons als mensen enorm moeilijk te vechten tegen die trots in ons. Jonathan Edwards beschreef onze strijd tegen trots als volgt:
“Trots neemt vele vormen en maten aan en omsingelt het hart als de lagen van een ui — wanneer je een laag wegneemt zit er weer een andere laag onder.”
Een diep zondebesef helpt je dan ook om te waken tegen die trots in je hart en helpt je om je hart nederig te maken en te houden. Wanneer we veel voorspoed kennen in ons leven en denken dat we goed bezig zijn, is het gevaar om bevangen te raken door trots heel nabij. Niet voor niets zegt Paulus ook: “Daarom, wie meent te staan, zie toe, dat hij niet valle” (1Kor.10:2).
Vraag daarom ook in gebed naar de Heer of hij het diepe zondebesef dat in je hart leeft wil gebruiken in je strijd tegen die steeds aanwezige trots in je hart. Dank de Heer dat Hij jou middelen ter beschikking stelt om te vechten tegen deze grote vijand. Ook dat is dus een zegen van een diep zondebesef.
…maakt van je een betere medemens!
Iemand met een diep zondebesef is een leuk iemand om mee om te gaan! Waarom? Wel omdat iemand met een diep zondebesef mild zal zijn in zijn omgang met een ander. Waar anderen veeleisend zijn,snel om kritiek te geven en makkelijk oordelen, zal iemand met een diep zondebesef eerder in geduld en liefde met zijn medemens omgaan. Net omdat deze persoon weet dat hijzelf alles behalve volmaakt is.
En iedereen, gelovig of ongelovig, gaat graag om met iemand die lankmoedig en liefdevol is en wijkt liever veeleisende, kritische en oordelende personen. Ook dat mogen we een zegen van een diep zondebesef noemen.
… wees bemoedigd!
Aan al mijn broers en zussen in de Here die gebukt gaan door het diepe besef van hun zonden, jullie zijn gezegend met dit diepe besef van de zonde en een ware zegen voor de anderen! Weet ook dat het werk van Christus niet enkel vergeving bracht voor onze zonden, maar ook verzoening met de Vader (Rom.5:11; 2Kor.5:18; Kol.1:21). Laat je niet misleiden door satan en weet dat al je zonden zijn vergeven en je voor eeuwig en altijd verzoend bent met de Vader door Christus! Knoop dit in je oren en zorg ervoor dat je deze waarheid geen seconde uit het oog verliest! Wanneer je diep zondebesef je toch weer lijkt neer te halen, haal dan volgend citaat van Wiersbe naar boven:
“Steun op het Woord en niet op je gevoelens. Steun op de genade van God — Hij heeft je uitgekozen en zal je niet verloren laten gaan.”
Een diep zondebesef, wat een zegen!