We gaan naar de kerk.
Een uitspraak die we makkelijk in de mond nemen, maar die toch wel wat vragen naar voren kan brengen wanneer we er wat meer bij stilstaan. Wat is ‘de ‘kerk’ eigenlijk? We ’trouwen voor de kerk’. Sommige mensen ‘veranderen van kerk’. Weer anderen ‘geloven niet meer in de kerk’. Soms hoor je wel eens ‘wij zijn de kerk’. Hoe ingeburgerd al deze uitspraken ook mogen zijn, toch maken ze mij niet duidelijk wat de kerk nu eigenlijk precies is. Sterker zelfs, ze lijken meer verwarring te brengen. Daarom leek het mij eens goed om helemaal terug te gaan naar de oorsprong van ons begrip van kerk. Als we dit willen doen komen we terecht in de Bijbel, en meer specifiek bij het woord dat in het Nieuwe Testament (NT) wordt gebruikt voor kerk (of gemeente): ekklesia. Dit is het Griekse woord dat de eerste christenen toepasten om zichzelf te omschrijven, maar waarom?
De meeste Bijbelgeleerden zijn het ermee eens dat de beste manier om de betekenis van een woord te achterhalen is het nagaan hoe het woord in de context wordt gebruikt. Maar daarnaast kan de oorsprong van het woord (of de etymologie) ook interessante inzichten geven. Het woord ekklesia is een samenstelling van de twee Griekse woorden ek (uit) en kaleo (roepen). De ekklesia zijn dus de ‘uitgeroepenen’. In het oude Griekenland was een ekklesia een vergadering van mensen die bijeen werden geroepen om een aantal specifieke dingen te bespreken. Zo kon het zijn dat een stadsambtenaar het volk om politieke redenen ad hoc bijeen riep om een bepaald nieuws te delen.
In het NT vinden we hiervan drie voorbeelden terug waarin de term ekklesia wordt toepast om een ‘vergadering’ (Hand.19:32,39) of een eenmalige ‘samenkomst’ (Hand.7:38) te omschrijven. De term ekklesia werd dus destijds niet gebruikt om het geregeld samenkomen van een bepaalde groep te omschrijven, maar werd enkel gebruikt om bijzondere bijeenkomsten waarbij mensen bij elkaar werden geroep om een specifiek doel. Dat Jezus Christus de instelling die Hij oprichtte een ekklesia noemde (Mat.16:18; 18:17) was op zich vernieuwend. Tot dan was er geen groep mensen die geregeld bijeen kwamen en werden aangeduid als een ekklesia.
Zowel bij de Joden als de heidenen moet dit de aandacht hebben getrokken en onmiddellijk hebben verwezen naar de essentie van deze ekklesia – een groep bijeen geroepen mensen. Het is zeer waarschijnlijk dat de eerste christenen daarom deze term bleven gebruiken om hun vergaderingen te omschrijven. Het moet de omstaanders zich hebben doen afvragen door wie deze groep bijeen werd geroepen en om welk doel.
Dus als je volgende zondag weer naar ‘de kerk’ gaat, weet dan dat dit meer is dan het regelmatig bijeen komen van mensen. Het is een samenkomst van mensen die geroepen zijn door Jezus om Hem te eren en naar elkaar om te zien.